Bij elke gelegenheid wensen wij elkaar een gelukkig, gezond, vreugdevol of succesvol jaar toe – afhankelijk voor wie de wens bestemd is en wat wij voor een band met die persoon hebben. Soms wensen wij zelfs een gezegend jaar of een jaar van de Heer (een Anno Domini – zoals men vroeger bij het jaartal zei). Een dezer dagen ontving ik een wens van de voorzitter van de Centrale Raad, zr. Rita Harry, aan de leden van het Moderamen en daarin schreef zij: De belofte [het geschenk] in het Jaarwoord geeft mij nieuwe energie:

God zegt: "Ik zal u een nieuw hart en een nieuwe geest in uw binnenste geven". (Ezechiël 36:26 - woord voor het jaar 2017)

Een geschenk wordt ons beloofd aan het begin van een jaar, dat vol zit van onzekerheden: Wij moeten ervan uitgaan, dat er ook in het nieuwe jaar mensen zullen zijn, die proberen aanslagen te plegen in Europa, Turkije of elders in deze wereld. Wij gaan verkiezingen tegemoet in Nederland, Duitsland en Frankrijk, waar racistische partijen, partijen, die met de angst en de zorgen van mensen spelen, kans maken om deel te nemen in de regering. Straks op 20 januari zal in de Verenigde Staten een man de eed als president afleggen, die al tijdens de verkiezingscampagne de aandacht trok met vrouwonvriendelijke en racistische uitspraken en die zegt alleen de belangen van Amerika op het oog te zullen hebben. De oorlogen in het Midden-Oosten en in Afrika gaan gewoon door, daarom zullen ook vluchtelingen naar Europa blijven komen en zullen weer mensen omkomen op de Middellandse Zee. En natuurlijk gaan aan het begin van dit jaar onze gedachten naar Suriname, waar het slecht gaat, met de economie. Mensen die wij kennen, familieleden, vrienden hebben het moeilijk. En tenslotte moeten wij ook nog de financiële problemen van onze kerkprovincie zien op te lossen. Een gelukkig jaar? Een vreedzaam jaar? - Alles wat wij elkaar toewensen aan het begin van het nieuwe jaar staat (meer dan in andere jaren) in het teken van een grote onzekerheid.

Maar dan is daar – zoals zr. Harry het formuleerde - het geschenk, dat God ons belooft: 
Ik zal u een nieuw hart en een nieuwe geest in uw binnenste geven. (Ezechiël 36:26)

Kan dit geschenk ons helpen om met de onzekerheden van het komende jaar en van ons persoonlijk leven om te gaan? Kunnen wij met dit woord voor het jaar vasthouden aan de hoop, dat het toch een goed jaar wordt, een vreedzaam jaar, een gezegend jaar?
Toen deze zin voor het eerst uitgesproken werd door de profeet Ezechiël, was het volk Israël in een uitzichtloze situatie: Weggevoerd uit eigen land, leefden zij onder mensen met een vreemde cultuur en religie, zonder toegang tot de tempel in Jeruzalem … en er was geen verbetering van hun situatie in zicht. En dan nog de profeten van God, die hun steeds weer vertellen, dat het hun eigen schuld is, wat gebeurt:

Mensenkind, toen de Israëlieten nog in hun land woonden, hebben ze dat door hun daden onrein gemaakt. (Ezechiël 36:17) 

Ze worden er niet vrolijk van. God heeft hun in de steek gelaten – zo denken zij. Ja, God is voor hen niet meer bereikbaar.
Maar God heeft hun niet uit het oog verloren. En hij kondigt een keerpunt aan:

Zeg daarom tegen het volk van Israël: “Dit zegt God, de HEER: Ik zal ingrijpen, volk van Israël – niet omwille van jou, maar omwille van mijn heilige naam. (Ezechiël 36:22) 

Hij wil zijn volk weer naar huis brengen, omwille van zijn naam. Zijn naam is immers: Ik zal met u zijn. En de mensen van het volk waar Israël nu leeft drijven hun spot met zijn naam. God wil zijn volk terugbrengen naar huis. Zij zullen weer wonen in het land, waar zij van houden.

… ik breng jullie bijeen uit die landen en laat je naar je eigen land terugkeren. (Ezechiël 36:24)

Maar: er is meer nodig, dan een militaire oplossing. Er is meer nodig, dan een terugkeer, naar de situatie van voor de catastrofe. Als de mensen hun leven niet veranderen, dan zal het weer misgaan, dan hebben zij geen toekomst. Er moet een nieuwe geest komen in het volk. Iedereen in Israël heeft een nieuw hart nodig, een collectieve harttransplantatie bij wijze van spreken. Alleen dan kan het lukken, dat het volk weer gelukkig, vreedzaam, gezegend leeft – daar waar de Heer hen naartoe wil leiden. 

God zegt: Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. (Ezechiël 36:26)

En wij? Hebben wij een nieuw hart nodig en een nieuwe geest? Hebben wij vernieuwing nodig van ons voelen, denken en handelen?
Ik denk, dat je steeds weer vernieuwing nodig hebt. Hoe snel wordt ons hart niet versteend – door zorgen, door angst, door de behoefte om gezien te worden. Dan nemen wij de mensen om ons heen niet meer waar, dan beleven wij de vreemdeling als bedreiging, dan hebben wij geen hoop meer, dat het beter kan worden in deze wereld. Dan leven wij alsof God er niet zou zijn – ook als christenen.

Een nieuwe geest, een nieuw, een levend hart. In de verhalen van Jezus kunnen wij zien hoe dat eruitziet. Hij leefde met het vertrouwen op de God, de Vader. Hij leefde met de liefde voor de naaste in zijn hart – liefde voor de vriend, maar ook liefde voor de vreemdeling, degene die ergernis opwekt, ja zelfs liefde voor de vijand die hem het leven neemt. Hij leefde in de hoop op de veranderende liefde van de Vader, die niet wil, dat iemand verloren gaat. Maar Jezus is niet alleen een voorbeeld hoe het moet. Hij heeft ons de nieuwe geest ook beloofd. Hij heeft ons het geschenk aangeboden, dat de Vader ons wil schenken: een nieuwe geest en een levend hart.

Waten moeten wij dan nog doen?
Wij moeten de nieuwe geest in het nieuwe jaar een kans geven. Wij mogen met elkaar God steeds weer om een levend hart vragen – een hart, dat brandt van liefde. Vragen wij God om een leven vanuit de hoop, dat Hij de wereld in zijn hand heeft.
De nieuwe geest en het nieuwe hart heb je niet eens voor altijd. Daar moet je elke dag weer om vragen. Je moet de Geest van God elke dag weer een kans geven om jou geest te vernieuwen. Maar de nieuwe geest is er voor u en voor mij. Hij is het geschenk, dat ons energie kan geven.

Ook als wij de nieuwe geest en het nieuwe hart in ons hebben, kunnen dit jaar nog steeds dingen gebeuren, die wij niet leuk vinden. Het zal ook voor nieuwe mensen niet alles naar wens gaan. Maar wij zijn niet aan het lot overgelaten. Wij kunnen zelf iets doen: geloof, hoop en liefde – met deze drie trefwoorden kunnen wij het nieuwe jaar aan. Met deze drie kunnen wij reageren op dat wat gebeurt. Met deze drie trefwoorden – geloof, hoop en liefde – kunnen wij ons leven vormgeven en er een gezegend, vreedzaam en vooral gezegend jaar van maken, een jaar des Heren 2017.