Het is vakantietijd. De trein waarmee ik dagelijks naar Zeist reis, is niet zo druk en ook de kerkdiensten zijn minder druk bezocht. Maar: het is ook Augustusmaand - Hernhuttermaand.

Door de vakantietijd kunnen wij er niet die aandacht aan geven, die deze maand met de vele gedenkdagen van onze kerk verdiendzou moeten hebben:
  • 13 augustus - gemeenschap met de zusters en broeders in de Geest van God
  • 17 augustus - ook de kinderen horen erbij en spelen bij Jezus een belangrijke rol
  • 21 augustus - het evangelie is voor iedereen, maar vooral voor mensen, die onder onmenselijke omstandigheden leven.
In dit verband loont het de aandacht te vestigen op het dagwoord van 13 augustus 2015 »Groot is onze HEER en oppermachtig, zijn inzicht is niet te meten«. Ook is de Psalm 147 (waaruit dit woord is gehaald) het waard in zijn geheel gelezen te worden.

De zuster en broeders in Herrnhut maakten iets mee van de manier hoe God machtig is. Niet door kracht noch door geweld, maar door zijn Geest (naar Zacharia 4:6). Ze voelden hoe de Geest van God bezig was, toen zij de scheidingen overwonnen en "leerden lief te hebben". Iedereen in de gemeente accepteerde, dat zijn of haar inzicht maar een deel van het geheel was en dat God alleen kan oordelen. Nog op een andere manier maakten zij mee, dat God machtig is en hen nieuwe (op dat moment in de samenleving ongebruikelijke) wegen laat zien. Het was een man van het eiland St. Thomas, tot slaaf gemaakt en tewerkgesteld aan het hof van de koning van Denemarken, die aan de gemeente in Herrnhut haar (zendings)taak duidelijk maakte: Het evangelie te verkondingen aan mensen in verre landen, die leefden onder onmenselijke omstandigheden. En de zusters e broeders gingen erop af. Op 21 augustus 1732 vertrokken de eerste twee broeders naar St. Thomas. Enkele jaren later begon dan ook het zendingswerk elders. Op 20 december a.s. zal het 280 jaar geleden zijn, dat de eerste broeders voet aan wal zetten in Suriname.

Een gemeenschap zijn van zusters en broeders, waar men met elkaar naar de wil van God vraagt en niemand van mening is de waarheid voor zichzelf te hebben. En met het evangelie van de liefde van God naar mensen toe te gaan, die het moeilijk hebben, die door anderen niet als mensen gezien worden - dat is ook vandaag nog onze taak als kerk en als gemeente. Waar zijn de mensen, die God ons vandaag aanwijst als onze zusters en broeders en die het evangelie moeten horen - dat God van hen houdt? Zijn het vluchtelingen? Of jonge moslims, die dreigen te radicaliseren? Of zijn het juist de mensen in onze eigen gemeenschap, die arm zijn, ziek of onder lasten gebukt gaan? ... Wij moeten het erover hebben, waar onze taak als kerk en gemeente vandaag ligt in de Nederlandse samenleving.

Ik wens u een inspirerende Augustusmaand.

Johannes Welschen